afb. Koos Post, 1983
Hinthamereinde 62a, in de voorgevelafmetingen: 60 x 50 cmmateriaal: Franse kalksteen datering: 1761 Afgebeeld is het oude ambacht de touwslagerij en het jaartal '1761'. De steen is veel ouder dat het betreffende pand. Mogelijk komt hij oorspronkelijk van een geheel andere plaats. | 9 |
In het onooglijk uitziende pand Hinthamereinde 62a zit een mooie oude gevelsteen ingemetseld, die het jaartal 1761 aangeeft. De afbeelding laat het oude ambacht van de touwslagerij zien. De van Franse kalksteen vervaardigde gevelsteen heet dan ook Ín de Lynbaan'.
De steen is beduidend ouder dan het pand waar hij ingemetseld zit. Of hij oorspronkelijk uit deze hoek van de stad afkomstig is, is de vraag. De Zuid-Willemsvaart werd pas in 1826 voor de scheepvaart geopend. Vlak bij het Hinthamereinde lag sedertdien ook Sluis 0. Dit trok bedrijven aan, die zich bezighielden met het handelen in scheepvaartbenodigdheden. Ook touwslagerijen waren toen nog van groot belang voor de scheepvaart. Men kende nog geen sleepboten. Nog lang nadat het stoomschip uitgevonden was, werden vele schepen die door de Zuid-Willemsvaart voeren, getrokken. Dit gebeurde vanaf de wal door paarden, bereden of begeleid door de zogenaamde 'togers'. Ook werden de schepen wel getrokken door de arme zand- of turfschipper zelf, of diens vrouw.
Het staat niet vast of er in het pand Hinthamereinde 62a een touwslagerij heeft gezeten. Wel bevond er zich op de hoek Hinthamereinde/Hofstad een touwslagerswinkel, eigendom van Willem Jacobs, waar boeren, schippers en togers hun inkopen deden. Carel Teulings beschrijft deze touwslagerij in zijn boekje 'Jeugd in een oude stad' waarin deze de situatie rond 1875 weergeeft.
De eigenlijke touwslagerij was Jacobs, de lijnbaan, bevond zich vlakbij de Hofstad, op de wallen. Eerst werd het vlas, de grondstof voor de vervaardiging van touw, op stalen pinnen (die met de punten omhoog op de tafel stonden) uit elkaar getrokken. Hierdoor werden de vlasvezels dun en los. Het uitgerafelde werd om het eigen middel gebonden om de handen vrij te houden. Nu kon het eigenlijke spinnen beginnen. Het werken op de lijnbaan.Er was een twee meter hoog rad, en in het middelpunt daarvan een grote hoek. Willem Jacobs, met zijn vlasgordel om, maakte wat vlas aan de middelpunt-haak vast. In zijn ene hand na hij een leren mapje om het vlas te dosseren. Met de andere hand gaf hij telkens wat vlas door. Ondertussen draaide het wiel rond en liep de touwslager langzaam achteruit. Op die manier werd er een draad verkregen. Volgens hetzelfde procédé werden later verschillende draden in elkaar gedraaid tot touwen. Touwen die onder andere geschikt waren om de schepen voort te trekken.
's-Hertogenbosch kent geen enkele touwslagerij meer; enkel de gevelsteen op het Hinthamereinde herinnert ons aan dit ambachtelijke vak.
|
1984 |
Henny MolhuysenOe gotte kèk daor : In de LynbaanBrabants Dagblad donderdag 8 maart 1984 (foto) |
Ach Lieve tijd : 800 jaar Den Bosch en de Bosschenaren 10 (1994) 224